De eindsituatie: gebruik maken van zonnewarmte en volledig van het gas af
Als het wijkwarmtenet er ligt en je woning is er op aangesloten, heb je geen cv-ketel meer nodig. Als je ook al elektrisch kookt, kan de gasaansluiting weg.
De PVT-panelen leveren de elektriciteit voor de warmtepomp. Wat ook nodig is zijn verschillende kleinere elementen voor aansluiten en regelen van de installatie; net zoals er altijd een expansievat bij een cv-ketel wordt gehangen en bij zonnepanelen een omvormer wordt geïnstalleerd, horen er bij een binnenunit-warmtepomp en PVT-panelen een aantal zaken zoals afleverset, omvormer, leidingen en koppelingen. De leidingen die naar het wijknet lopen, zullen zoveel mogelijk buiten de woning worden gelegd, dus langs de buitengevel, net als een regenpijp.
Bijzonder aan de Zonnewarmtemethode is dat er geen gas meer nodig is, maar ook nauwelijks meer elektriciteit dan je nu gebruikt.

Als het wijkwarmtenet er nog niet ligt, kun je hybride verwarmen: hoe ziet dat er uit?
Als de PVT-installatie samen met de warmtepomp in de woning is aangebracht, maar het warmtenet ligt nog niet in de straat, dan is mogelijk de cv-ketel nog nodig voor bijstook om de woning op de echt koude dagen te verwarmen. Dat wordt een hybride-situatie genoemd: de warmtepomp werkt dan samen met de cv-ketel. De cv-ketel zorgt dan nog voor warm water voor douchen en slaat op hele koude dagen aan om de warmtepomp te helpen. In de hybride-situatie is het slim om ook al een boilervat te installeren, want dan benut je de gratis warmte van de PVT-panelen in de zomer.
Het is aan te raden om de warmtepomp zo dicht mogelijk bij de cv-ketel en bij de PVT-panelen op het dak te installeren. Zo blijft de leidinglengte en daarmee het warmteverlies van de leidingen beperkt.

Lees hier verder over de installaties en leidingen die nodig zijn.