Nieuw Huisdossier

Nieuw Huisdossier

Terugkerende gebruiker?

Huisdossier introductie

Het Huisdossier is bedoeld om inzicht te krijgen in hoeverre de woning / het gebouw al geschikt is of geschikt te maken is voor het buurtwarmteproject met PVT-panelen gecombineerd met een buurtwarmtenet.

Vul alleen in wat je weet of vermoedt. Je kunt die informatie altijd later aanvullen, bijvoorbeeld met hulp van een Zonnewarmte-coach.
Hoofdstuk 1 geeft een overzicht van hoeveel en welke vragen nog noodzakelijk zijn om in te vullen, voordat de Rekenmodule zichtbaar wordt. De antwoorden op deze vragen worden namelijk gebruikt in de rekenmodule. Voor het invullen van deze vragen ga je naar de betreffende plaats op het formulier.

Let op:
De rekenmodule geeft op basis van de relatie tussen het ingevulde aardgasgebruik en het stook- en douchegedrag een inschatting van de isolatiegraad van je woning. Zorg er daarom voor dat de antwoorden zoveel mogelijk kloppen. Bijvoorbeeld: als je het aardgasverbruik van vorig jaar invult, vul dan ook je stook- en douchegedrag van vorig jaar in. Als je dit jaar zuiniger bent gaan stoken en douchen en je vult dit in, met daarbij het aardgasverbruik van het jaar ervoor, dan komt er uit de rekenmodule dat je woning slechter geïsoleerd is dan werkelijk. Immers: je hebt met het zuinige stook- en douchegedrag toch een (relatief) hoog aardgasverbruik.

Nb. Het Huisdossier is vooral ontwikkeld voor gebouwen waarvan de hoofdverwarming op aardgas is.

Hoofdstukken:
1. Overzicht noodzakelijke velden
2. Algemene kenmerken
3. Bouwlagen en oppervlak
4. Energieverbruik
5. Energielabel en huidige isolatie
6. Huidige installaties
7. Staat van onderhoud
8. Deelname aan het Zonnewarmte-project
9. Verbeterwensen en overige opmerkingen
Maak voor elke nieuwe invulsessie een extra rij en omschrijf kort wat er is gedaan.
1

1. Overzicht noodzakelijke velden

Onderstaande lijst bevat noodzakelijke velden, dat zijn velden met * sterretje, waar nog een waarde moet worden ingevuld. Deze velden zijn geel. Als deze velden allemaal ingevuld en dus groen zijn, wordt op basis hiervan de Rekenmodule gemaakt. Nb. Klik telkens na wijzigingen op opslaan, zodat dit overzicht wordt ververst.
Het aantal (potentieel) verwarmde bouwlagen moet groter dan 0 zijn. Zie:

2. Algemene kenmerken

* Dit veld is verplicht
* Dit veld is verplicht
Licht evt. toe onderin dit blok

* Dit veld is nodig voor de berekening. Een (potentieel) verwarmde bouwlaag heeft vertrekken die verwarmd kunnen worden met een vast verwarmingssysteem.

Zoals een onverwarmde bouwlaag (zolder, vliering, kelder) of een (potentieel) verwarmd los bijgebouw?

Kies hier het grootste dakdeel. Of omschrijf de situatie bij de toelichting hieronder.

Welke verbouwingen of renovaties vonden in het verleden plaats? Bijv. een aanbouw, een dakopbouw of de aanleg van vloerverwarming. Het gaat er bij deze vraag bijvoorbeeld om of de woning groter is geworden of dat er grote veranderingen zijn gekomen in het isolatiepakket, of een grote wijziging in het verwarmingssysteem.
1

3. Bouwlagen en oppervlak

In hoofdstuk 2 is aangegeven welke woonlagen en eventuele bijgebouwen er zijn.
Dit hoofdstuk 3 gaat dieper in op elk van die bouwlagen en die eventuele bijgebouwen, opgedeeld in (potentieel) verwarmd en onverwarmd (zoals kelder en zolder of kruipruimte).
* Deze velden zijn nodig voor de berekening. Het gaat om bouwlagen (of bijgebouwen) waarvan de meeste ruimten een vast verwarmingssysteem hebben (bijv. een radiator of vloerverwarming).
De gebruiksoppervlak van zo'n bouwlaag (of bijgebouw) bestaat ook uit ruimten die niet verwarmd worden (zoals bijv. kasten, gang en trapgat) en ruimten waar vrijwel nooit de verwarming aan staat.
Geef per bouwlaag (of bijgebouw) aan wat de hoofdverwarming is (om precies te zijn: het warmte-afgifte systeem).
In hoofdstuk 5 'Huidige installaties' wordt dieper in gegaan op de techniek van zowel hoofd- als bijverwarming.
1

evt. schatting

kies warmte-afgifte

Het gaat om ruimten zonder vast verwarmingssysteem, zoals een zolder en een kelder. Hier worden ook vragen gesteld over de kruipruimte, hoewel dit niet een echte bouwlaag is.

evt. schatting

1

4. Energieverbruik

De vragen in dit hoofdstuk zijn van belang om in te schatten hoeveel aardgas wordt gebruikt voor koken en voor warm douche- en tapwater.
Op basis hiervan kan worden geschat hoeveel aardgas wordt gebruikt voor woonwarmte.
Uiteindelijk kan, mede op basis daarvan, een inschatting worden gemaakt hoeveel warmte 'wegstroomt' via de buitenschil van het gebouw en dus een inschatting hoe goed (of niet) de huidige isolatie is.
Bijv flink meer verbruik door veel meer thuis zijn (bijv. door corona). Of juist flink minder verbruik, bijv. omdat kinderen het huis uit zijn gegaan of omdat er een grote isolatieslag is gemaakt.

* Dit veld is nodig voor de berekening. Het aardgasverbruik geeft een indruk in hoeverre het gebouw en zijn bewoners al duurzaam zijn. Let er op dat het om 12 aaneengesloten maanden gaat; dus niet over bijv 10 maanden bijvoorbeeld omdat u bent verhuisd of naar een andere energieleverancier bent overgestapt. Neem bijvoorbeeld de meest recente gasrekening. Of, indien de gegevens beschikbaar zijn, gemiddeld per jaar over de afgelopen paar jaar MITS er niet tussentijds is geïsoleerd en dergelijke. Heb je geen idee? Kijk dan hier: https://www.milieucentraal.nl/energie-besparen/inzicht-in-je-energierekening/gemiddeld-energieverbruik.

m³ / jr

* Dit veld is nodig voor de berekening. Het gaat om de vermelding op de jaarnota van je elektriciteitsleverancier. Let er op dat het om 12 aaneengesloten maanden gaat; dus niet over bijv 10 maanden bijvoorbeeld omdat je bent verhuisd of naar een andere energieleverancier bent overgestapt. Heb je geen idee? Kijk dan hier: https://www.milieucentraal.nl/energie-besparen/inzicht-in-je-energierekening/gemiddeld-energieverbruik.

kWh_e / jr

Als je zonnepanelen hebt, lever je (meestal) ook elektriciteit terug aan de leverancier. Dit staat (meestal) apart vermeld op de jaarnota.

kWh_e / jr
Deze aantallen zijn bijvoorbeeld te vinden op de jaarnota van uw energieleverancier. Let er op dat het om 12 aaneengesloten maanden gaat.
Voor elektriciteit kunnen hoog en laag tarief bij elkaar worden opgeteld; zowel voor afname als levering.

van energiebedrijf

aan energiebedrijf, vanaf eigen perceel

1
* De velden in dit blok zijn nodig voor de berekening.
Hiermee kan het gasverbruik voor ruimteverwarming worden geschat. En op basis daarvan kan vervolgens een schatting worden gemaakt van het isolatiebudget.
Licht eventueel nader toe bij het veld 'Toelichting / opmerking' onderaan dit blok of bij hoofdstuk 6. Huidige installaties.. Bij onderstaande velden gaat het om het laatst gemeten jaar, zodat dit gerelateerd kan worden aan het opgegeven verbruik.

Of is er bijv. (ook) een electrische- of zonneboiler

M.a.w.: hoevaak is iemand thuis overdag op werkdagen


5. Energielabel en huidige isolatie

Dit hoofdstuk gaat over het energielabel en isolatie. Een energielabel zegt al veel over de mate van isolatie van het gebouw.
Bij isolatie gaat het om de onderdelen van de ‘buitenschil’ (of de ‘jas’) van het gebouw, d.w.z. de buitenmuren, het dak, de begane grond-vloer en ramen en deuren aan de buitenzijde.
In veel gebouwen is de isolatie per onderdeel verschillend. Als een gebouw bijv. een aanbouw heeft gekregen, dan is de isolatie van die aanbouw niet hetzelfde als die van het oudere deel van het gebouw. Verschillende onderdelen kunt u daarom apart aangeven.
Voor het Zonnewarmteproject kan een gebouw van het aardgas af als, naast de andere maatregelen, het gebouw is geïsoleerd tot ongeveer schillabel C. Schillabel C is het energielabel C waarbij alleen het isolatieniveau meetelt in de energielabel-berekening, en niet het aantal zonnepanelen.

Eventueel een schatting

Een buitenmuur kan op verschillende manieren geïsoleerd zijn. Het eenvoudigste is spouwmuurisolatie. Maar er zijn ook oudere gebouwen die helemaal geen spouwmuur hebben. Een buitenmuur kan tevens aan de binnenzijde of aan de buitenzijde geïsoleerd zijn. Een combinatie hiervan kan ook voorkomen. Omschrijf bijvoorbeeld per gevel hoe er is geïsoleerd.
De isolatiewaarde van muren wordt uitgedrukt in de R-waarde. Hoe hoger de R-waarde, hoe beter de isolatie.
1

.

evt. schatting

evt. vermoeden

evt. schatting

Er kan isolatie onder of op de vloer aangebracht zijn, of allebei. Het kan ook zijn dat op de bodem een materiaal is aangebracht dat isolerend werkt. Geef daarom ook aan wat het veel voorkomende type vloer is op de onderste verdieping (bijv. houten vloer geïsoleerd, en in de gang granito niet-geïsoleerd) en of er een vloergedeelte is van ander materiaal en/of andere isolatie (bijv. bij een aanbouw).
De isolatiewaarde van vloeren wordt uitgedrukt in de R-waarde. Hoe hoger de R-waarde, hoe beter de isolatie.
1

.

schatting

evt. vermoeden

cm of r/rc/rd-waarde (schatting)

Is het dak wel of niet geïsoleerd? En zo ja, hoe? Bij twijfel, zet een vermoeden of een schatting neer.
Bij een schuin dak gaat het om oppervlakte zonder een eventueel dakraam, schoorsteen of dakkapel; Een dakkapel is hieronder een apart aan te geven dakdeeltype.
De isolatiewaarde van een dak(deel) wordt uitgedrukt in de R-waarde. Hoe hoger de R-waarde, hoe beter de isolatie.
1

cm of r/rc/rd-waarde (schatting)

schatting

of iets anders, bijv. zonnecollectoren

Wat voor ramen heeft de buitenschil van de woning? Is dat enkel of dubbel glas, of al HR++? Waar zitten deze ramen? Is er een afwijkende glassoort ergens, bijvoorbeeld een glas-in-loodraam of een oud enkel glasraam in een zijgevel? Het gaat om alle glas in de buitenschil, dus ook als er glas in een deur zit. Vul hier in wat je weet. Weet je het niet, geef dat dan ook aan.
De isolatiewaarde van isolerende beglazing wordt uitgedrukt in de U-waarde. Hoe lager de U-waarde, hoe beter het glas is geïsoleerd. Nb. gewoon leeglaten als je het niet weet.

evt. schatting

evt. schatting

1
Bijvoorbeeld isolatie van tussenvloeren, van leidingisolatie in onverwarmde ruimtes, van buitendeuren, of van een luik naar de kelder of naar de vliering.

6. Huidige installaties

Het gaat in dit hoofdstuk om huidige installaties die op aardgas werken of juist een alternatief zijn voor iets dat op aardgas zou kunnen werken. In de meeste gebouwen zullen verwarming, warm water en koken nu op aardgas aangesloten zijn of draaien op elektriciteit. Als dit goed in kaart is gebracht, kan een expert vervolgens adviseren welke installaties op welk moment zouden kunnen worden vervangen door andersoortige installaties, als stap richting aardgasvrij.
Het gaat alleen om installaties die op dit moment in of bij het gebouw aanwezig zijn, voor:
- elektriciteit-meter
- kookplaat en oven
- ruimteverwarming
- warm douche- en tapwater
- ventilatie
- koeling - dit kan in de toekomst worden geleverd met een slimme warmtepomp
- zonne-energie opwek op eigen perceel
Een meterkast werd vroeger ook wel ‘stoppenkast’ genoemd. Deze vraag betreft uitsluitend de locatie van de elektriciteitsmeter, de aardlekschakelaars en stoppen voor de elektriciteit. Deze vraag wordt gesteld omdat de elektrische installatie in het gebouw mogelijk uitgebreid of gewijzigd moet worden wanneer er PVT-panelen en een warmtepomp geïnstalleerd worden. Of bij een overstap naar elektrisch koken. Een kleine meterkast die tientallen jaren niet gewijzigd is, kan dan problemen geven.
De zwaarte van de (hoofd-) elektriciteitsaansluiting wordt uitdrukt in fase (altijd 1 fase of 3 fasen) en ampère. Dit is vaak te vinden op de jaarafrekening van de elektriciteitsleverancier, of kijk op mijn-liander.web.liander.nl.
Tip: voeg een foto van de elektriciteitsmeterkast toe aan de tab ‘fotos’ in het online Huisdossier.
Noteer bij 'jaar' het jaar van installatie (indien bekend; schatting mag ook).
1
Noteer bij 'jaar' het jaar van installatie (indien bekend; schatting mag ook).
Noteer bij 'capaciteit' zowel de waarde (indien bekend; schatting mag ook) als de eenheid (bijv. 'liter' of 'kW').
1
Noteer bij 'jaar' het jaar van installatie (indien bekend; schatting mag ook).
Noteer bij 'capaciteit' zowel de waarde (indien bekend; schatting mag ook) als de eenheid (bijv. 'liter' of 'kW').
Vermeld ook waar en hoe vaak (of juist niet) deze bijverwarming wordt gebruikt.
1
Noteer bij 'jaar' het jaar van installatie (indien bekend; schatting mag ook).
Noteer bij 'capaciteit' zowel de waarde (indien bekend; schatting mag ook) als de eenheid (bijv. 'liter' of 'kW').
1
Hoe beter een woning geïsoleerd is, des te belangrijker wordt goede ventilatie.
Wtw betekent warmte-terugwin.
Noteer bij 'jaar' het jaar van installatie (indien bekend; schatting mag ook).
Noteer bij 'capaciteit' zowel de waarde (indien bekend; schatting mag ook) als de eenheid (bijv. 'liter' of 'kW').
1
Noteer bij 'jaar' het jaar van installatie (indien bekend; schatting mag ook).
Noteer bij 'capaciteit' zowel de waarde (indien bekend; schatting mag ook) als de eenheid (bijv. 'liter' of 'kW').
1
Bijvoorbeeld opslag van elektriciteit (thuisaccu)

7. Staat van onderhoud

De staat van onderhoud is handig om een onderhoudsplan en energiebesparingsplan te combineren. Zo voorkom je bijvoorbeeld dat je eerst je kozijnen gaat schilderen en het jaar erna er dubbel glas in zet.

8. Deelname aan het Zonnewarmte-project

Om deel te nemen aan het zonnewarmteproject zijn PVT-panelen nodig.
Een gemiddelde woning met schillabel C die is aangesloten op het buurtwarmtenet heeft ongeveer 1 m² PVT-zonnepaneel nodig per 10 m² (potentieel) verwarmd oppervlak. Extra PVT-zonnepanelen installeren kan tot een maximum van 50 % bovenop wat je zelf nodig hebt. Als het buurtwarmtenet er is, betekent een surplus aan PVT-panelen extra levering aan het buurtwarmtenet en de intentie is om daar een vergoeding voor te geven.

Ook is het nodig om, ergens in het gebouw, een warmtepomp en een boilervat te plaatsen. Soms worden warmtepomp en boilervat aangeboden in één (flink groot) apparaat. Vaak is het praktischer om voor de warmtepomp en voor het boilervat apart twee goede plekken te kiezen; bij voorkeur wel in de buurt van de huidige CV-ketel, zodat het eenvoudig kan worden aangesloten op het aanwezige verwarmingssysteem in de woning.
In dit hoofdstuk gaat het over de locaties in het gebouw / de woning waar deze installaties mogelijk kunnen passen.
* Deze velden zijn nodig voor de berekening.

Het gaat om de totale ruimte, inclusief waar nu mogelijk al panelen liggen. Voor uitleg hoe je dit globaal kunt berekenen: Klik hier. De installateur zal dit later helemaal nauwkeurig berekenen.

Noteer bij 'jaar' het jaar van installatie (indien bekend; schatting mag ook).
Noteer bij 'opbrengst' de totaalopbrengst per jaar gemiddeld (indien bekend; schatting mag ook) inclusief eenheid (in kWh voor elektra en in GJ voor warmte).
Er zijn vele vormen van opwek 'buiten eigen perceel' zoals deelname aan een coöperatief zonnedak of windmolen, of aandelen in een oliebedrijf. In dit hoofdstuk gaat het alleen om de installaties in en op de woning die van invloed kunnen zijn voor het bepalen van de stappen richting aardgasvrij, dus opwek 'op eigen perceel'.
1
* Deze velden zijn nodig voor de berekening.

Nb. De dagwaarde zelf is niet meegenomen in deze berekeningen.

Het gaat om een water-water warmtepomp (dus zonder de buitenunit en dus geluidsarm), iets groter dan een CV-ketel, zonder ingebouwd boilervat en zonder 'buiten-unit'. Deze warmtepomp komt in plaats van (of eerst tijdelijk hybride, dus de buurt van) de CV-ketel.
Bij de meeste gebouwen is met wat creativiteit wel plek te bedenken. Denk aan de ruimte die ontstaat na het verplaatsen van een expansievat. Of aan de zijkant van een extra grote dakkapel (Zonkapel). Een straatcoach kan hierbij helpen.

Een boilervat (bijvoorbeeld 180 liter) is nodig voor warm douche- en tapwater. Bij de meeste gebouwen is met wat creativiteit wel plek te bedenken. Een straatcoach kan hierbij helpen.
Denk bijvoorbeeld aan een liggend boilervat bij het hoogste of juist het laagste punt van een schuin dak. Of een staand boilervat op de bovenverdieping tegen een buitenmuur.

Een straatcoach kan hierbij helpen.

* Dit veld is nodig voor de berekening. Voor gezinnen met (iemand met) een 'Haarlempas' vervallen de €50 eigen bijdrage voor het maatwerkadvies


9. Verbeterwensen en overige opmerkingen

Zijn er verbeterwensen of -plannen voor het gebouw? Vaak zijn deze goed te combineren met verduurzamingsplannen.

Welke wensen en wat is daarvoor nodig?

1